Het landschap van Madagascar bestaat uit het droge westen met z’n prachtige stranden, steppelandschap, de hooglanden in het binnenland en de tropische regenwouden van het oosten. Madagascar hoort bij Afrika, maar echt Afrikaans kun je het niet noemen. Vooral door zijn rijstterrassen doet het centrale hoogland af en toe denken aan Azië.  Het is een aaneenschakeling van vruchtbare rijstvelden, bergen en dalen met af en toe een dorpje bestaande uit plaggenhutten of de typische rode huizen van meerdere verdiepingen. Het droge zuidwesten lijkt meer op Afrika met zijn diverse soorten baobabs. Op Madagascar maakt u geen safari’s zoals op het vaste land van Afrika, maar het contrast, de culturen en de vele inheemse dieren  en planten maken het tot een unieke bestemming. U zult zich verbazen over de enorme diversiteit aan fauna, waarvan de maki’s, behorende tot de lemuren (halfapen), het meest bekend zijn. Meer dan 80% van de begroeiing is uniek voor Madagascar en komt in de rest van de wereld niet voor. Van juli t/m september kunt u rondom Ile Saint Marie bultrugwalvissen in hun natuurlijke habitat gadeslaan.